Technasiumleerlingen hebben circulair idee: schapenwol gebruiken als blusdeken

Deze week is het de Week van de circulaire economie. In een circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. Door het hele land krijgen goede voorbeelden een podium. In Hoogeveen worden de technasiumleerlingen van het RvEC in het zonnetje gezet. Zij zochten en vonden een mooie mogelijkheid om schapenwol te gebruiken in plaats van te vernietigen.

“Overtollig schapenwol is een groot probleem, want het is niks waard. Het is echt een restproduct, er is geen afzet meer. We moeten twintig cent per kilo betalen om van onze wol af te komen en we verdienen er niets aan. Men vindt wol geen interessant product meer. Zonde, want je kunt er van alles mee. We proberen iets te verzinnen om onze wol toch ergens weg te zetten en er een mooi duurzaam en lokaal product van te maken”, zo luidde de noodkreet van schaapsherder Susanne Schraven bij het NOS nieuws afgelopen mei. Technator Lia Barendregt zag het item en deelde het met haar collega’s: “Een mooie uitdaging voor onze technasiumleerlingen om hiervoor een creatieve en innovatieve oplossing te bedenken. De afgelopen maanden zijn vijf groepen vierdejaars havo- en vwo-leerlingen aan de slag gegaan. Ze hebben ons én de opdrachtgever verrast met hun ideeën om overtollig schapenwol in een nieuw jasje te steken.”

Product met schapenwol als grondstof

De kudde van Susanne Schraven bestaat uit zo’n vijfhonderd schapen, die op De Sprengenberg lopen en grazen. De schapen worden tijdens het hoed-/begrazingsseizoen ingezet in natuurgebieden om op verschillende manieren bij te dragen aan het heidebeheer en hiermee de biodiversiteit te vergroten. In die periode groeit de vacht tot een warme winterjas. “In mei worden de schapen geschoren. Dat levert veel wol op! Het scheren van de schapen en het afvoeren van de wol brengt kosten met zich mee, ongeveer vierenhalf tot vijf euro per schaap. Een aantal jaren geleden was de verkoop van wol nog een aardige inkomstenpost, maar dat is tegenwoordig wel anders”, legt Susanne uit. Als opdrachtgever van de technasiumleerlingen heeft ze hen gevraagd om haar te adviseren én een prototype te ontwikkelen van een product waarin schapenwol een van de grondstoffen is.

Hetzelfde vraagstuk, verschillende oplossingen

Docent Mark Kok heeft de leerlingen begeleid in het project. “De schapenwol is niet geschikt om te verwerken tot wol voor kledingstukken. Op welke innovatieve manier kun je de schapenwol toch gebruiken of verwerken, zodat de schaapsherders er geld mee kunnen verdienen? Met dat vraagstuk gingen vijf groepen uit 4havo en 4vwo aan de slag. In elk technasiumproject is het zo leuk om te zien dat groepen op heel verschillende manieren invulling geven aan hetzelfde vraagstuk. Dat zagen we nu ook weer. Zo was er een groep die wol wilde verwerken in beton, zodat het beton sterker werd. Andere groepen gebruikten de schapenwol voor duurzame verpakkingsmaterialen, duurzame dweildoeken of als voedingsstof voor planten”, zegt Mark. Lia vult enthousiast aan: “Elk technasiumproject wordt afgesloten met een presentatie aan de opdrachtgever. In deze presentatieronde waren we het meest onder de indruk van het advies van Niels Dolsma, Nora Binzezo en Indy Timmermans. Na onderzoeken, ontwerpen en experimenten verrasten zij met hun blusdeken gevuld met schapenwol.”

Onderzoeken en ontwerpen

Net als de andere groepen leerlingen kropen Niels, Nora en Indy de afgelopen maanden in de huid van industrieel productontwerper. “Ons project begon met oriëntatie: wat is schapenwol eigenlijk? Welke materiaaleigenschappen heeft wol en welke voor- en nadelen brengt dat met zich mee? Met de andere groepen zijn we op excursie geweest naar het bedrijf Alles Wol in Stuifzand, onze expertbegeleider in dit project. Daar hebben we veel geleerd over het verwerkingsproces van wol. Wassen, picken, kaarden, spinnen… er moet best wat gebeuren voordat je met wol kunt werken”, zegt Niels. Na de oriëntatie op verwerking van wol gingen alle groepen brainstormen: in welk nieuw jasje kan de overtollige schapenwol worden gestoken? Indy blikt terug: “Wij wilden de wol graag gebruiken als oplossing voor een actueel probleem. Afgelopen zomer waren bosbranden vaak in het nieuws. Zo kwamen wij op het idee om te onderzoeken of wol gebruikt kan worden voor het blussen of beperken van bosbranden. Eén van de materiaaleigenschappen van wol is namelijk dat het slecht brandbaar is.” De leerlingen hebben verschillende experimenten gedaan. Nora legt uit: “We hebben een pluk wol boven een waxinelichtje gehangen om te onderzoeken wat er gebeurt. De wol vatte vlam, maar dat was ook heel snel weer weg. Het leek alsof de wol zichzelf blust. Daar waren we best een beetje verbaasd over.” Bij het volgende experiment zorgden de leerlingen ervoor dat de wol zo min mogelijk zuurstof bevatte door het compact te verbinden met metaaldraad. “De buitenkant van de wol schroeide wel, maar de binnenkant van de wol brandde niet”, zegt Indy. “Daarna hebben we testjes gedaan met natte wol. We dachten dat de combinatie van natte, compacte wol perfect zou zijn. En wat bleek? Na een heel lesuur boven een kaarsje had deze wolvariant nog steeds niet volledig in brand gestaan.”

Op naar de brandweer

Met deze mooie testresultaten op zak brachten Niels, Nora en Indy een bezoek aan de brandweer in Hoogeveen. “Daar hebben we met twee experts gesproken”, vertelt Niels. “We kwamen tot de conclusie dat wol niet zo geschikt is om bosbranden te bestrijden, omdat we dan wel heel veel wol nodig zouden hebben. Toen bedachten we om het iets kleiner aan te pakken: een blusdeken! Door de komst van elektrische auto’s heeft de brandweer vaker te maken met autobranden. Blusdekens die nu gebruikt worden, kosten ongeveer € 700,- per stuk en kunnen eenmalig gebruikt worden. Ons idee is om een blusdeken te vullen met ruwe, compacte wol. De blusdeken kan nat gemaakt worden door de brandweer, waardoor het een nog sterker brandwerend effect heeft. Zo kan het een gecontroleerd brandje blijven. Onze deken zal ongeveer € 1.000,- kosten, maar is herbruikbaar.” De leerlingen zijn enthousiast, net als hun opdrachtgever en docent. Indy: “En ook vanuit de brandweer werd enthousiast gereageerd op ons idee. Als onze blusdeken goed zou werken, zouden zij het misschien wel willen afnemen. Hoe gaaf is dat?!”

Menu